Gevoelige dialoog De openingen in de gebouwschil, die ongewoon ruim zijn voor een sporthal, zijn strategisch gepositioneerd en versterken zo het milieubewustzijn. Vensters op vloerniveau, die gespreid zijn over de volledige lengte van het speelveld, doorbreken de grenzen tussen het interieur van de sporthal en de tennisvelden in de openlucht. Daartegenover biedt de polyvalente zaal op het gelijkvloers een rustig, beschut uitzicht op de omliggende natuur. Aan de straatzijde zorgen de ramen, die zich ook achter de doorlopende gevel bevinden, voor een gevoelige dialoog tussen de hal en de residentiële functies in de omgeving, en dat enkel wanneer de lichten branden. “Dankzij de uitstekende samenwerking met de bouwheer, de gespecialiseerde ingenieurs en de aannemers voelden we ons nooit beperkt of geremd. Natuurlijk moet je altijd het budget in de gaten houden, maar goede architectuur realiseren binnen het vooropgestelde financiële kader maakte deel uit van de uitdaging die we zijn aangegaan”, besluit de architect. Dit succesverhaal werd reeds beloond met een Bauhäreprais 2020 van de Orde van Architecten en Raadgevende Ingenieurs (OAI) in categorie 6 ‘Educatief / Cultureel / Sportgebouw’, evenals een nominatie voor de volgende prijs van de Europese Unie voor hedendaagse architectuur: de prestigieuze EU Mies Award 2022. Dialogue sensible Les ouvertures dans l’enveloppe du bâtiment, qui sont inhabituellement généreuses pour une salle de sport, ont été placées de manière ciblée et renforcent ainsi la conscience de l’environnement. Des fenêtres au niveau du sol, disposées sur toute la longueur du terrain de jeu, abolissent les frontières entre l’intérieur de la salle et les courts de tennis extérieurs. En contrepartie, la salle polyvalente du rez-de-chaussée offre des vues tranquilles et abritées sur la nature. Du côté de la rue, le ruban de fenêtres, qui se trouve également derrière la façade continue, crée un dialogue sensible entre l’utilisation de la salle et le développement résidentiel, et ce uniquement lorsque les lumières sont allumées. « Grâce à la très bonne collaboration, tant avec le maître d’ouvrage qu’avec les ingénieurs spécialisés et les entreprises exécutantes, nous ne nous sommes jamais sentis freinés ou limités. Il faut bien sûr toujours rester attentif au budget, mais fournir une bonne architecture dans le cadre financier défini fait partie du défi que nous avons relevé », conclut l’architecte. Une réussite déjà récompensée par un Bauhäreprais 2020 de l’Ordre des Architectes et des Ingénieurs-Conseils (OAI) dans la catégorie 6 «Bâtiment à vocation éducative / culturelle / sportive», et une nomination pour le prochain Prix d’Architecture Contemporaine de l’Union Européenne, le prestigieux EU Mies Award 2022. 55
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=