info-steel-37

Beproeving van hoeknaden In tegenstelling tot stompe naden, kunnen hoek- naden niet radiografisch onderzocht worden. Vaak stelt men zich tevreden met een visuele inspectie. Toch garandeert een 'mooi uitzicht' geenszins een goede laskwaliteit. De twee destructieve me- thoden om hoeknaden te testen zijn macrografie (doorsnede van de las) en breekproef. De breek- proef wordt het meest aangeraden doordat hier de volledige laslengte kan onderzocht worden, terwijl de macrografie enkel een plaatselijke snede voorstelt. De breekproef plaatst vele lassers binnen een mum van tijd met hun voeten op de grond : de test laat hen overduidelijk zien of ze al dan niet inbrandingsfouten hebben of insluitingen. Ook visueel prachtige lassen met een hoge graad van gelijkmatigheid scoren maar al te vaak een onvoldoende op deze eenvoudige test. Ander niet destructief onderzoek zoals penetrant of magne- tisch onderzoek kunnen ook enkel oppervlaktefou- ten aan het licht brengen, maar zeggen niets over de maat van de inbranding. Apparatuur voor de breekproef Deze test vereist geen dure apparatuur : het vol- staat om 1 van beide zeiden van de hoekverbin- ding in te klemmen en een hefboom te voorzien. Elk opleidingscentrum en elke school zou uitgerust moeten zijn met een dergelijke opstelling voor breekproeven. Om de breekproef te vergemakke- lijken, wordt er in het midden van de las een geul geslepen. Zo kunnen probleemloos breekproeven worden uitgevoerd op proefstukken met een ma- teriaaldikte vanaf 6mm. De breekproef kan ook gebruikt worden bij pro- ductiecontrole van hoeknaden of lasopvolging voor de halfjaarlijkse verlenging van het lassercer- tificaat. Opleidingen Onvoldoende doorlassing en gas– of slakinslui- tingen zijn de meest voorkomende fouten bij het lassen van hoeknaden. Parameters zoals de toortsstand, de stick-out en de booglengte zijn een belangrijke factor in de uiteindelijke kwaliteit van de hoeknaad. Het IIW Essai d’assemblages d’angle Contrairement aux assemblages bout à bout, les assemblages d’angle ne peuvent pas faire l’objet d’un examen radiographique. On se contente sou- vent d’une inspection visuelle. Or, un 'bel aspect' ne garantit aucunement une bonne qualité de soudage. Les deux méthodes destructives pour tester les assem- blages d’angle sont la macrographie (section de la soudure) et l’essai de texture. L’essai de texture est le plus conseillé étant donné que ceci permet d’examiner la totalité de la longueur de la soudure, alors que la macrographie ne propose qu’une section locale. L’essai de texture remet les choses en place en un mi- nimum de temps pour beaucoup de soudeurs : l’essai leur montre de manière indubitable s’ils ont commis ou non des fautes de liaison ou des inclusions. Même les soudures à l’aspect visuel magnifique avec un haut degré d’uniformité n’obtiennent trop sou- vent qu’un score insuffisant lors de ce simple essai. D’autres examens non destructifs comme l’examen de pénétration ou magnétique peuvent aussi révéler des défauts de surface, mais ne disent rien concernant le degré de pénétration. Equipement pour l’essai de texture Cet essai n’exige pas d’équipement onéreux : il suffit de caler l’un des deux côtés de l’assemblage d’angle et de prévoir un levier. Chaque centre de formation et chaque école devraient être équipés d’un tel montage pour les essais de cassure. Pour faciliter l’essai de tex- ture, une rainure est meulé au centre de la soudure. Ceci permet d’exécuter sans problème des essais de cassure sur des pièces d’épreuve avec une épaisseur de matière à partir de 6 mm. L’essai de texture peut aussi être utilisé pour le contrôle de production d’assemblages d’angle ou le suivi de soudage pour la prolongation bi-annuelle du certificat de soudeur. Formations Un trou insuffisant et des inclusions de gaz ou de laitier sont les défauts les plus fréquents lors du soudage d’assemblages d’angle. Des paramètres comme la position de la torche, le stick out de fil libre et la longueur de l’arc sont un facteur important pour la qualité finale de l’assem- Figuur 1: Een visueel nagenoeg perfect ogende las _Figure 1 : Une soudure pratiquement parfaite sur le plan visuel Figuur 3: Macrografie van een T-verbinding _Figure 3 : Macrographie d’un assemblage en T Figuur 2: Na de breekproef van het stuk uit figuur 1 wordt duidelijk dat deze las niet aanvaardbaar is (bin- dingsfout, gasinsluitingen,…) _Figure 2 : Après l’essai de texture de la pièce de la figure 1, on peut voir de manière évidente que cette soudure n’est pas acceptable (défaut de liaison, inclusions de gaz ...) 63

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=